Ziekte

Zieke kinderen horen niet thuis in een kinderdagverblijf. Zij hebben op dat moment meer aandacht nodig dan wij hun kunnen geven. 

Kinderen die reeds koorts hebben 's morgens, hoger dan 38.5°C, waarvan de oorzaak en besmettelijkheid niet is geweten, worden best thuis verzorgd. Op die manier zal het kindje sneller herstellen en ook geen andere kinderen besmetten.

 

Kinderen met infectieziekten en / of diaree / levende luizen, worden niet toegelaten in het kinderdagverblijf (besmettelijk!).

 

Indien er thuis reeds medicatie werd gegeven, is het belangrijk dat u dit aan de begeleidster zegt (anders risico dat de medicatie dubbel gegeven wordt!).

 

Licht zieke kinderen kunnen in het kinderdagverblijf terecht. De kindbegeleidster houdt toezicht op het verder verloop van het ziekteproces.

 

Als het kind in de loop van de dag ziek(er) wordt, worden de ouders verwittigd. Mogelijks wordt aan hen gevraagd om het kindje (snel) te komen afhalen.

 

Na afwezigheid van het kind wegens ziekte, vragen wij aan de ouders om bij de eerste opvang een DOKTERSATTEST mee te brengen. Via dit attest deelt de arts ons mede dat het kindje in voldoende goede gezondheid verkeert om in het milieu van de crèche te verblijven.

 

 

Wanneer mag een ziek kind niet naar de opvang? 

Dit zijn veel voorkomende gevallen: 

 

- Het kind is te ziek om deel te nemen aan de normale activiteiten van de opvang. 

- Het zieke kind vraagt te veel aandacht en zorg, zodat de veiligheid van de andere kinderen niet meer gegarandeerd is (bv. door overprikkelbaarheid, onophoudelijk huilen, enz.) 

- Het kind heeft een besmettelijke ziekte waardoor de andere kinderen een risico lopen. 

- Bij diaree: lopende of waterige ontlasting. In dit geval kan het kind pas weer in de opvang als het klachtenvrij is. 

- Bij braken in combinatie met algemeen ziek zijn. 

- Bij zeer zware hoest in combinatie met algemeen ziek zijn, koorts of ademhalingsmoeilijkheden. 

- Bij een gele huid of geel oogwit. Dit kind moet onderzocht worden voordat het kan terugkomen naar de opvang. 

- Bij koorts (>38.5°C) gepaard met keelpijn, braken, diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid of rode uitslag. 

- Bij luizen: levende, onbehandelde luizen.

 

Wanneer is het kind voldoende genezen om weer naar de opvang te gaan? 

Luizen: onmiddellijk na de start van de behandeling. 

Rodehond: ten vroegste 7 dagen na het verschijnen van de rode uitslag. 

Roodvonk: ten vroegste 2 dagen na de start van de behandeling met antibiotica. 

Diaree: het kind moet klachtenvrij zijn (geen diaree meer).

 

Als het kind in de loop van de dag ziek wordt, worden de ouders verwittigd.

 

In medische noodsituaties of bij ongeval doet het kinderdagverblijf beroep op een lokale dokter of wordt het kind opgenomen in de spoedgevallen van het "UCL" te Woluwe. De ouders worden onmiddellijk verwittigd. De kosten verbonden aan medische tussenkomsten zijn ten laste van de ouders.

 

 

MEDICATIE IN HET KINDERDAGVERBLIJF

 

Er mag enkel medicatie gegeven worden op DOKTERSVOORSCHRIFT: duidelijk moet de naam van het kind, de datum, de soort medicatie en de dossage meegedeeld zijn. Het voorschrift MOET getekend zijn door de dokter.

De begeleidster of verpleegkundige mogen GEEN medicatie geven zonder dit voorschrift. Dit geldt ook voor homeopatie of medische zalven of crèmes. Ouders mogen wel zelf de medicatie komen toedienen.

 

Om praktische redenen worden er GEEN AEROSOLS toegediend in het kinderdagverblijf (wel puffs).

 

Uitzondering hierop is koortsmedicatie: indien de ouders het formulier ondertekend hebben voor akkord, mag er vanaf 38.5°C temperatuur een koortswerend middel toegediend worden. De ouders worden steeds op de hoogte gebracht. Indien het kind geen ziek gedrag vertoont, moet het niet meteen worden afgehaald. Op die manier kunnen de ouders reeds een afpraak regelen met hun arts.